18479 |
vetleren schoen |
kistje:
kisjes (Q018p Geulle, ...
Q018p Geulle),
kisjəs (L163a Milsbeek),
Halfhoge schoen. [sic]
kēēsjes (L266p Sevenum),
kuilschoen:
Koel = mijn.
koelsjong (Q121c Bleijerheide),
pinkschoen:
pinkschoen (K278p Lommel),
vetleren schoen:
vetleerə sjoon (L293p Roggel, ...
L293p Roggel),
vètlaere sjoen (Q083p Bilzen),
vètlere sjeun [mv.} (Q095p Maastricht),
vɛtleͅrə šūn (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
vetleren werkschoen:
vɛtleͅrə weͅrəkšūn (L265p Meijel),
waterproof (eng.):
wātərprōf (Q253p Montzen)
|
Een ruwgemaakte, vetleren schoen, zwaar van kaliber en oerdegelijk, bedoeld voor de boeren bij het landwerk (ploegschoen, sokschoen?) Hoe ziet deze er uit? [N 60 (1973)] || Hoe noemt men in het algemeen een vetleren schoen? [N 60 (1973)] || vetleren [schoenen]
III-1-3
|