19523 |
vetpot |
smoutpot:
smaalt pot (L159a Middelaar),
smoutpot
smātpoͅt (K318p Beverlo),
smuitpot (K314p Kwaadmechelen),
uiles:
letterlijk overgenomen voor vet, vrij klein
uu.les (L332p Maasniel),
vetduppen:
vɛt˂døpə (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
vetgrèle:
vɛtjryl (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
vetkroeg:
veͅtkrūx (P222p Opheers),
vetpot:
vaetpot (L383p Melick),
vetpot (L427p Obbicht),
vetpoͅt (L423p Stokkem),
veͅtpoͅt (Q077p Hoeselt),
vètpot (L369p Kinrooi, ...
L374p Thorn),
vétpot (L295p Baarlo),
vɛtpoͅt (K278p Lommel),
vɛ̄tpoͅt (Q077p Hoeselt),
\'n Recht model potje inhoud ± 10 liter, deze werd speciaal gebruikt voor \'t uitsmelten van vet bij de slacht.
vétpot (L318b Tungelroy),
binnen lichtbruin verglaasd, buiten donkerbruin; van 5, 10, 15, 20 en 25 ltr
veͅtpoͅt (Q035p Brunssum),
m. mv. p#t\\
veͅtpoͅt (P048p Halen),
zie tekening
vetpot (L288a Ospel)
|
inmaakpot [N 49 (1972)] || pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || vetpot
III-2-1
|