id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34653 | victoria | dresseerkar: drɛsērkęr (Heel), trapkoets: trapkuts (Lauw), vic: vek (Thorn), victoria: victoria (Gulpen, ... ) | Vierwielig rijtuig voor vier personen, die per twee tegenover elkaar zitten, met twee deurtjes en met alleen een achterkap. In tegenstelling tot de barouche heeft de victoria geen deurtjes en een lage instap. De koetsier heeft een aparte bok. [N 101, 15] I-13 |