e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vierkante voegspijker dikke voeger: dekǝ vūgǝr (Bilzen  [(id)]  ), recht voegijzer: rɛx ˲vōx˱īzǝr (Beek, ... ), snij-ijzer: šni-īzǝr (Bleijerheide), vierecke: vērɛk (Kerkrade), vierkante voeger: vīrkantǝ vūgǝr (Bilzen  [(weinig gebruikt)]  ), vierkantig ijzer: vērkęnjtex˱ īzǝr (Neeritter  [(voor snijvoegen)]  ), vērkɛntex˱ īzǝr (Uikhoven), vierkantig voegijzer: vērkęntex ˲vōx˱īzǝr (Ulestraten), vērkɛnjtex ˲ vōx˱īzǝr (Beek), vērkɛntex ˲ vōx˱īzǝr (Tegelen), vīrkɛntex ˲vux˱ęjzǝr (Genk), vierkantijzer: vērkant˱īzǝr (Maastricht), voegbeitel: vōx˱bęjtǝl (Klimmen), voegijzer: vōx˱īzǝr (Heerlen) Voegspijker waarvan het blad een vierkante doorsnede heeft. In Q 100 en Q 101 werd de vierkante voegspijker gebruikt om natuursteen te voegen, in L 382 om terugliggend voegwerk te maken. In Q 121 noemde men voegwerk dat met behulp van dit werktuig was gemaakt: 'viereckewerk' ('vēr`'kwęrǝk'). In Q 99* was dit type voegspijker zeldzaam en het had daarom ook geen specifieke naam. In Q 202 was de vierkante voegspijker onbekend, wel kende men daar een 'driehoekig ijzer' ('drējhukex˱ īzǝr'). [N 32, 33c; monogr.] II-9