26107 |
voeghouten |
kapbalken:
kapbalken (L355p Peer),
voegbalken:
vōx˱bɛlǝk (L374p Thorn
[(enkelvoud: vōx˱balǝk)]
),
voegburries:
voegburries (L163p Ottersum),
vuxbøris (L164p Gennep),
voeghouten:
voeghouten (L369p Kinrooi, ...
L432a Koningsbosch,
L245p Meterik,
L319p Molenbeersel,
L216p Oirlo,
L246a Swolgen),
vuxhǫltǝ (L211p Leunen),
vuxhǫwtjǝ (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
vuxhǫwtǝ (L265p Meijel, ...
L319p Molenbeersel,
L289p Weert),
vōxhǫwtǝ (L292a Maxet),
voeghouter:
vuxhǫwtǝr (L318b Tungelroy),
vōxhǫwtǝr (L330p Herten)
|
De twee evenwijdige, zware balken in de kap van de molen die de verbinding vormen tussen voor- en achterkeuveleinde. Zie ook afb. 26. In de molens in l 211, 216, 245, 246a, 289, 292a, 319 en 369 waren het voeghout, in l 374 de voegbalk, in l 355 de kapbalk, en in l 163 de voegburrie het bevestigingspunt van het vanghoofd. [N O, 50m; A 42A, 83; N O, 12k; monogr.]
II-3
|