30919 |
voorblad |
voorblad:
vȳrblat (Q121c Bleijerheide),
vørbla (L265p Meijel),
vø̄rblāt (L267p Maasbree),
vø̜rblat (L163a Milsbeek),
voorblad met de naas:
vø̜̄rblāt met dǝ nās (L293p Roggel),
voorste:
viǝstǝ (Q083p Bilzen),
voorste (L421p Dilsen),
vyǝrstǝ (L387p Posterholt),
vȳrstǝ (Q112a Heerlerheide),
vø̄rstǝ (Q018p Geulle),
vø̜rstǝ (L163a Milsbeek),
vø̜ǝštǝ (Q253p Montzen),
voorstuk:
vȳrštøk (Q121c Bleijerheide),
vø̄rstø̜k (L267p Maasbree)
|
Het voorste gedeelte van het overleer. Dit kan bestaan uit één deel, het voorblad, of uit twee delen, de neus en het voorblad, enzovoorts. In dit laatste geval is het voorblad dus niet het allervoorste gedeelte van het bovenleer, maar het deel dat op de bovenkant van de voet ligt, vlak achter de neus. Zie afb. 20. [N 60, 23; N 60, 21c]
II-10
|