25678 |
weekbak |
bak:
bak (L265p Meijel),
groeve:
grōf (L265p Meijel),
kuip:
kȳp (L289p Weert),
rookbak:
ryk˱bak (P047p Loksbergen),
waterbak:
wętǝrbak (L163p Ottersum),
week:
węjk (L325p Horn),
weekbak:
weekbak (L250p Arcen, ...
Q095p Maastricht),
węjkbak (Q095p Maastricht, ...
L294p Neer,
Q032p Schinnen,
Q020p Sittard,
L318p Stramproy),
węjkbák (P120p Alken),
węjk˱bak (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L288c Eind,
L291p Helden
[(ijzeren bak)]
,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L423p Stokkem,
Q013p Uikhoven,
L289p Weert),
wɛ̄kbak (L210p Venray),
(mv.)
wēkbakǝ (P180p Kerkom),
węjkbęk (L377p Maasbracht, ...
L318p Stramproy),
wissenbak:
węsǝbak (L318p Stramproy),
wissenkuiltje:
wesǝkylkǝ (L289p Weert)
|
Betonnen bak waarin de wissen geweekt worden. In Sint-Truiden (P 176) werden de wissen in een beek gezet om te weken, of drie maal per dag met water begoten. [N 40, 18; monogr.] || Rechthoekige, vaak gemetselde, stenen bak met platte bodem waarin het graan in water wordt geweekt. Volgens de zegsman uit L 210 duurt het weken 1 dag. Zie ook semantische toelichtingen bij de lemmata ''weken'' en ''kiemen''. [N 35, 2; monogr.]
II-12, II-2
|