19131 |
werk |
basten:
bastǝ (P047p Loksbergen),
bodde:
bǫdǝ (Q033p Oirsbeek),
hachelen:
haxǝlǝ (Q030p Schinveld),
hāxǝlǝ (L328p Heel, ...
L321p Neeritter),
kennephekelen:
kɛnǝphē̜kǝlǝ (L325p Horn),
rap:
rap (L327p Beegden, ...
L265c Beringe,
L323p Buggenum,
L291p Helden,
L320p Hunsel,
L298p Kessel),
scheven:
šē̜vǝ (L298p Kessel),
stuk:
støk (P047p Loksbergen),
werk:
wéérək (L286p Hamont),
wɛ.rǝk (L288p Nederweert, ...
L288a Ospel),
wɛrk (L250p Arcen, ...
L327p Beegden,
L300p Beesel,
Q021p Geleen,
Q113p Heerlen,
Q016p Lutterade,
Q117b Rimburg,
Q030p Schinveld,
Q101p Valkenburg),
wɛrǝk (L265c Beringe),
wɛ̄rk (L248p Lottum, ...
L209p Merselo)
|
De korte vezels die in de hekel achterblijven bij het uithekelen, waarbij men de lange hennep in de hand overhoudt. Volgens de informant van L 265c is rap afval bij grof hekelen. Dit afval wordt wel bij het stofferen van meubels gebruikt als opvulsel. Dezelfde informant vermeldt dat werk het afval is bij het fijne hekelen. Van dit ø̄fijneø̄ afval kan men linnen maken. [N 48, 25b; N 48, 25c; N 48, 25d; S 13; N 34, C 2 add.; monogr.] || werk
II-7, III-1-4
|