29123 |
wielgaffel |
arm:
ɛrǝm (Q111p Klimmen, ...
L289p Weert),
balk:
(mv)
bɛlk (Q204a Mechelen, ...
Q117a Waubach),
bɛlǝk (Q098p Schimmert),
balkje:
(mv)
bɛlkskǝs (Q098p Schimmert),
burrie:
bɛrǝx (Q005p Zutendaal),
(mv)
børis (L289p Weert),
fourche:
furš (P219p Jeuk),
gaffel:
gafǝl (L320a Ell, ...
Q039p Hoensbroek,
L292a Maxet,
L266p Sevenum,
P058p Stevoort),
gavel:
gāvǝl (L163p Ottersum),
gavelspil:
(mv)
gāvǝlspīǝlǝ (L266p Sevenum),
radbrug:
rāt˱brø̜k (L429p Guttecoven),
schei:
šęj (L321p Neeritter),
vork:
vōrk (L387p Posterholt),
vǫrǝk (L290p Panningen)
|
De twee schuingeplaatste stijltjes die samen een soort vork vormen waartussen het drijfwiel van het spinnewiel loopt. Volgens de informant van K 353 is deze gaffel daar onbekend. [N 34, B7]
II-7
|