32483 |
wissen blekken |
blekken:
blękǝ (Q071p Diepenbeek, ...
P176p Sint-Truiden),
blɛkǝ (P176p Sint-Truiden),
de schil van de wissen afdoen:
dǝ šɛl van dǝ wøšǝn āf˱dun (Q013p Uikhoven),
de schors afdoen:
dǝ sxøs˱ af˱dun (P047p Loksbergen),
roeden blekken:
rujǝ blękǝ (K353p Tessenderlo),
schillen:
sxø̜jlǝ (Q071p Diepenbeek),
sxęlǝ (L163p Ottersum),
šę ̝lǝ (L423p Stokkem),
šęlǝ (L265p Meijel),
šɛlǝ (L291p Helden, ...
Q095p Maastricht,
L321p Neeritter),
stropen:
strø̜jpǝ (L424p Meeswijk, ...
L423p Stokkem,
L318p Stramproy),
wissen schillen:
wesǝ sxølǝ (Q001p Zonhoven),
wesǝ sxɛlǝ (L289p Weert),
wesǝ šē̜lǝ (L318p Stramproy),
wissen stropen:
wesǝ strø̜jpǝ (L423p Stokkem),
wøšǝ strø̜jpǝ (Q013p Uikhoven)
|
De grauwe wissen van de schors ontdoen. Dit werk gebeurt met een blekijzer of door middel van een blekmachine. Het blekken levert een witte wis op. Iemand die wissen van de schors ontdoet wordt in Meeswijk (L 424) stroper (strø̜jpǝr) genoemd. [N 40, 22; N 40, 26; monogr.]
II-12
|