32497 |
wissen weken |
(de) wissen weken:
dǝ wesǝ węjkǝ (L423p Stokkem, ...
L289p Weert),
dǝ wøšǝ węjkǝ (Q013p Uikhoven),
wisǝ wēkǝ (Q071p Diepenbeek
[(in een beek)]
),
de roeden weken:
dǝ rujǝ wājkǝ (K353p Tessenderlo),
de wissen in de week zetten:
dǝ wøšǝn en dǝ węjk˲ zętǝ (Q013p Uikhoven),
in de week zetten:
en dǝ węjk zɛtǝ (L318p Stramproy),
roten:
rōtǝ (Q157p Jesseren),
wateren:
wętǝrǝ (L163p Ottersum),
weken:
wējkǝ (L321p Neeritter),
węjkǝ (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
P176p Sint-Truiden,
L318p Stramproy,
L289p Weert),
wɛ̄kǝ (P047p Loksbergen),
witsen in het water zetten:
wetsǝ en ǝt wātǝr zɛtǝ (L291p Helden),
zacht laten worden:
zǭxt lǭtǝ wē̜rǝ (L265p Meijel)
|
De wissen in water onderdompelen om ze soepeler te maken. Grauwe wissen dienen, afhankelijk van de omstandigheden, één √† twee weken te weken, witte wissen en buffwissen één √† twee uur. [N 40, 20; monogr.]
II-12
|