id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
27422 | wit maken | wit maken: wetmākǝ (Kelmis), witten: wetǝ (Kelmis) | Een voorwerp ofwel met krijt ofwel met witkalk wit maken. Men deed dat bij die voorwerpen waaraan men zich in het donker makkelijk kon stoten en verwonden, omdat men ze niet zag. Kleine voorwerpen werden met krijt, grotere vlakken met witkalk witgemaakt. [monogr.] II-4 |