id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
26158 | zeeg | opzet: up˲zęt (Tessenderlo), schoot: sxōǝt (Weert), šuǝt (Molenbeersel), windspeling: wentspēǝleŋ (Lummen), zeeg: ziǝx (Weert), zēx (Leunen), zwaai: zwęj (Molenbeersel) | De schuine stand van het hekken die bereikt wordt door de hekscheien op een bepaalde manier te plaatsen. De windvang van de einden wordt hierdoor vergroot. Zie ook afb. 39. [N O, 2n; N O, 7n; N O, 7p] II-3 |