e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zicht korenzicht: kø̄rǝzext (Kermt), kōrǝzext (Beringen), kǫrǝzēxt (Meijel), maaizicht: mēǝzex (Munstergeleen), mɛi̯zex(t) (Swalmen), mɛi̯zēx (Herkenbosch), pik: pe.k (Hamont), pek (Beek, ... ), pik (Halen), zicht: ze.xt (Achel, ... ), zex (Baarlo, ... ), zext (Afferden, ... ), zi.x (Membruggen, ... ), zi.xt (Godschei), zit (Bocholtz), zix (Aalst, ... ), zixt (Borlo, ... ), ziǝt (Eys, ... ), zē.x (Groot-Gelmen), zēi̯t (Banholt, ... ), zēx (Arcen, ... ), zēxt (Blitterswijck, ... ), zī.x (Alken, ... ), zī.xt (Kozen, ... ) Korte zeis die met één hand gehanteerd wordt en gebruikt wordt voor het maaien van rogge, tarwe, haver, gerst, enzovoorts. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 over het maaien en afbeelding 5. Op de semasiologische kaart 30 zijn de gebieden met pik in de betekenis "zicht" van kaart 29 en met pik in de betekenis "mathaak" van kaart 33 bijeengezet. [N 18, 70; JG 1a, 1b, 2c; Goossens 1963, krt. 28; A 14, 7; A 23, 16.2; L 45, 7; Gwn 7, 4; div.; monogr.; add. uit N 11, 88; N 14, 131; N 15, 16a; N 18, 71; A 4, 28; A 14, 10; L 20, 28; L 42, 46; L 48, 34; Lu 1, 16.2 ; Lu 2, 34.2; Wi 51] I-4