26216 |
zonder zeilen en windborden |
berrevoets:
bęrǝvø̜ts (L289p Weert),
met blote benen:
męt bluǝtǝ bęjn (L289p Weert),
naakts:
nāks (L330p Herten),
naaktse benen:
naksǝ bęǝn (L211p Leunen),
op storm:
ǫp stǫrǝm (L289p Weert),
zonder stormplanken:
zondǝr stǫrǝmplɛŋk (L374p Thorn),
zǫndǝr stø̜rǝmplɛŋk (L164p Gennep),
zǫnǝr stǫrǝmplɛŋk (L289p Weert),
zonder zeil en zonder planken:
zǫndǝr zęjl ęn zǫndǝr plɛŋk (L265p Meijel)
|
In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 7l]
II-3
|