id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
31017 | zondroog | bleekdroog: blęjkdrȳx (Maasbree), te droog: te droog (Lommel), zondroog: zondryx (Dilsen) | De toestand waarin het leer gereed is om ge√´ffend te worden. Het leer is dan iets droger dan winddroog. De informant van Q 253 kent het begrip "zondroog" niet. [N 60, 99b] II-10 |