31631 |
zuigbuis |
aanzuigreur:
āzūxrø̄r (Q121c Bleijerheide),
lodenbuis:
lūtǝ bø̜js (L423p Stokkem),
pompbuisje:
pomp˱bø̜jskǝ (L423p Stokkem
[(van roodkoper)]
),
pompdarm:
pomp˱dɛrǝm (L414p Houthalen),
pompenbuisje:
pompǝbø̜jskǝ (L423p Stokkem
[(van roodkoper)]
),
zuigbuis:
zȳx˱bȳs (Q117p Nieuwenhagen, ...
L329p Roermond,
Q118p Schaesberg),
zuigbus:
zȳx˱bøs (Q098p Schimmert)
|
De buis aan de onderzijde van het pomphuis die in de op te pompen vloeistof wordt geplaatst. Zie ook afb. 236a. Met de term pomp(en)buisje werd in L 423 het roodkoperen buisje aangeduid dat de verbinding vormde tussen het slotstuk en de zuigbuis. Het was aan de onderzijde voorzien van een sierbandje. Men noemde dit de knoop (knqp). [N 64, 133f; N 66, 49f]
II-11
|