28528 |
zwermlustig volk |
kapotzwermers:
kapǫtzwɛrmǝrs (P177p Zepperen),
zwermduivels:
zwę.rmdivǝls (Q002p Hasselt),
zwɛrmdȳvǝls (L414p Houthalen),
zwɛrǝmdȳvǝls (Q071p Diepenbeek),
žwɛrǝmdȳvǝls (L270p Tegelen),
(enk)
zwɛrmdyvǝl (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L428p Born,
Q015p Stein),
zwɛrmdȳvǝl (L246p Horst, ...
L372p Maaseik,
K353p Tessenderlo,
L271p Venlo),
žwɛrmdyvǝl (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q019p Beek),
žwɛrmdȳvǝl (L329p Roermond),
žwɛrǝmdȳvǝl (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
zwermers:
zwɛrmǝrs (Q177p Millen),
zwɛrǝmǝrs (P177p Zepperen),
(enk)
zwɛrmǝr (L244d Ysselsteyn),
zwermtrui:
zwɛrǝmtryj (L210p Venray)
|
Volk dat graag zwermt. Een dergelijk volk heeft enige tientallen moerdoppen gebouwd, terwijl een zwermtraag volk het in de regel bij drie of vier moerdoppen zal laten of soms helemaal geen zwermcellen aanzet. [N 63, 39b; N 63, 39d; Ge 37, 121]
II-6
|