id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
21551 | de mars maken | bedekt een onaangenaamheid zeggen: vgl. Roermond Wb. (pag. 175): II. marsj, in de uitdr. emes de marsj make = met vastenavond gemaskerd iemand (speels) de waarheid zeggen, er tussen nemen; z. maken. màrsj maakə (Roermond), iemand weerstaan: de mars maake! (Neer) III-1-4, III-3-1 |