id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
20469 | afwiksen | masturberen: aofwiekse (Zichen-Zussen-Bolder), cf. WNT s.v. "wiksen ("soms ook in de vorm wieksen") 2. "slaag geven, aframmelen; zie ook 4. "beetnemen, foppen"; cf. Schuermans s.v. "wiksen": ±slaan, straffen, betaald zetten aafwiekse (Venray) III-2-2 |