id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
18538 | batsenwritser | slipjas: spotnamen: vrietsen= vlug gaan [WNT: writselen - vritselen, 1) Zich telkens of aanhoudend bewegen, heen en weer gaan, schuiven e.d. zonder zich veel te verplaatsen; (2) <bedr.> (Iets) herhaaldelijk of aanhoudend heen en weer bewegen - Afl. writselaar, hij die aanhoudend (tergend, tartend?) om iem. heen of voor iem. heen en weer loopt (?)] batse vrietser (Bleijerheide) III-1-3 |