id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
22355 | bis gaan | van zijn plaats rollen: Biezjee < fr. biser: degeneren? Breuls haalt als voorbeeld en bewijs aan de naam van een toneelstuk "Titine est bizée": B. is op hol. biezjee goon (Maastricht), Vgl. Maastricht Wb., pag. 34: biezjee*, in de zegsw. - goon = a) v.e. tol: uitlopen, ophouden met draaien; b) cynisch: sterven. bīzjē gōn (Maastricht) III-3-2 |