e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
brobbelen aanwassen op de tanden:   brubǝlǝ (Tongeren), blaren:   brubǝlt (Wellen), brøbǝlt (Rosmeer), brē̜bǝlt (Sint-Truiden), borrelen (van water):   brobbele (Lutterade), brobbelen (Eksel), brobələ (Rekem), broebbeld (Oirsbeek), broebbele (Waubach), broebbəlt (Opglabbeek), broebele (Blerick, ... ), broebelen (Montfort), broebələ (Schimmert), broobələ (Kermt), brooebbelen (Elen), brōēbələ (Loksbergen), brŏĕbelə (Oirsbeek), brŏĕbələ (Loksbergen, ... ), brubələ (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), brubələn (Tessenderlo), bró bɛlen (Bree), bróbbele (As, ... ), brôbbele (Ell), ⁄t broebelt (Jeuk), (Duitsche oe).  ⁄t water brŭbbelt (Schimmert), ps. omgespeld volgens IPA!  broͅbələ (Beringen), hijgen naar adem, reutelen: cf. VD s.v. "brobbelen"2. borrelen; cf. CV s.v. "gebroebel"(het broebelen)  broebele (Sevenum), parelen:   brobbelen (Eksel), broebele (Haelen), bróbbələ (Rekem), de belletjes noemt men bribbelkes  broebbele (Bilzen), sproeten:   borbele (Nuth/Aalbeek) I-9, II-9, III-1-1, III-2-2, III-2-3, III-4-4