id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
20468 | brustig | manziek: bruistig (Loksbergen), brustig (Eksel), cf. Schuermans s.v. "briestig"(ook: brustig, brumstig, brunstig; zie bremstig komt van briesen, brinsen, brullen, omdat paarden en koeien dit doen wanneer zij tochtig zijn.; cf. s.v. bremstig (p. 78) ook wel breustig, brüstig, bruistig, brunstig breustig (Urmond) III-2-2 |