17954 |
dabbelen |
door water het lopen met schoeisel aan:
dabbele (Q193p Gronsveld, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q104p Wijk),
debbele (Q035p Brunssum),
(F)
dabbele (L329p Roermond),
een kuil graven:
dabbele (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
met de voorpoten harkend over de grond krabben:
dabǝlǝ (L332p Maasniel),
met kleine stapjes lopen:
i.e. pasjes maken. B.v. kiek ins, waat det wichtje al net kan diebele.
diebele (L325p Horn),
plassen (met water):
dabbele (Q095p Maastricht),
rooien met de hand, dabben:
dabǝlǝ (Q188p Kanne),
scharrelen:
dabǝlǝ (Q099q Rothem)
I-12, I-5, I-9, III-1-2
|
|