22705 |
hilt |
bikkel(s):
heelse (L159a Middelaar),
heelte (L244d Ysselsteyn),
hi.lt (L164p Gennep),
[Vgl. hilte].
hīlt (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
Dit been heeft een vierhoekige vorm met afgeronde hoeken, en meet ± 5 x 2 1/2 cm. In het midden het merggat, de kule. De dikte is ± 3 cm. Aan de bovenzijde is het beentje niet vlak, doch enigszins hol. Verdere benamingen van de zijden van een hilt: bu:kele, stäöfke, stäöntje.
hilt (L210p Venray),
volgende termen worden nog vermeld. Ze hebben betrekking op de verschillende standen van de hilten, maar de preciese betekenis werd niet vermeld: leuk, peuk, schrepke, schrijverke, stenderke, stupke, kèèrke, tupke, boterwiek, hartenboets.
hilten (L211p Leunen)
III-3-2
|
|