id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
18784 | ketteltje | franje: [boordsel met] bjeutsel mēt} kettelkes (Herderen), halsketting: e goo(ë) kèttelke (Bilzen), gewwe kèttelke (Eigenbilzen), kettelke (Wellen), halssnoer: kèttelke (Bilzen, ... ), kruisje aan een kettinkje: kéttelke (Eigenbilzen), ophanger: kettelke (Kortessem), keͅttelken (Diepenbeek), kɛtəlkə (Heers) III-1-3, III-3-3 |