id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
18024 | klakken | fluimen uitspuwen: WNT: klakken (II), II): Met klakken of kladden bemorsen. klākə (Bocholt), klinken: klakken (Wolder/Oud-Vroenhoven), met de zweep slaan of geluid geven: kla.kǝ (Hoeselt, ... ), klaka (Koninksem, ... ), klakǝ (Berg, ... ) I-10, III-1-1, III-1-2 |