22310 |
knaptoet |
proppenschieter:
ein heulenteule knaptūūt mit ene houtere sjpènderik (L433p Nieuwstadt),
knaptoe.t (L291p Helden/Everlo, ...
L266p Sevenum,
L270p Tegelen),
knaptoe:t (L325p Horn, ...
L265p Meijel,
L265p Meijel,
L293p Roggel),
knaptoet (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo,
L324p Baexem,
L324p Baexem,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L428p Born,
L428p Born,
L426p Buchten,
L426p Buchten,
L381p Echt/Gebroek,
L381p Echt/Gebroek,
L381p Echt/Gebroek,
L290a Egchel,
L320a Ell,
L326p Grathem,
L292p Heythuysen,
L292p Heythuysen,
L426z Holtum,
L426z Holtum,
L321a Ittervoort,
L320b Kelpen,
Q006p Leut,
L324a Leveroy,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L424p Meeswijk,
L319p Molenbeersel,
L319p Molenbeersel,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
L371p Ophoven,
L290p Panningen,
L381b Pey,
L381b Pey,
L293p Roggel,
L293p Roggel,
L420p Rotem,
L423p Stokkem),
knaptoewt (L374p Thorn),
knaptoēt (L265p Meijel),
knaptoe‧t (L265p Meijel),
knaptout (L421p Dilsen, ...
Q007p Eisden),
knaptōē.t (L292p Heythuysen, ...
L290p Panningen),
knaptōēt (L324p Baexem, ...
L324p Baexem,
L269p Blerick,
L269b Boekend,
L326p Grathem,
L322p Haelen,
L267p Maasbree,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard,
L432p Susteren,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy),
knaptūūt (L433p Nieuwstadt),
n knaptoet (L422p Lanklaar),
ən knaptoet (L420p Rotem),
ən knaptūt (L422p Lanklaar),
(tegenwoordig).
knaptōēt (L266p Sevenum),
/
häötelentäöte knaptoet (L381p Echt/Gebroek),
knaptoe:t (oe lang) (L265p Meijel),
2 accenten: boven de Ø en ‰ moet nog een ´ staan; deze combinatieletters kan ik niet in zn geheel maken!
knáptō⁄ē⁄t (L328p Heel),
[Met afbeelding].
knaptoet (L381p Echt/Gebroek),
Het was een kinderspeelgoed dat de kinderen zelf maakten. Men nam een, ongeveer 20-25 cm lange, "fleeretuuttak"(zie: fleerentuut [1. vlierstruik; 2. hout van de vlierstruik]), waaruit het merg gepeuterd werd. Daarna maakte men een stok van een zodanige dikte, dat deze in het uitgepeuterde gat paste. Deze stok was ongeveer 1 cm korter dan de "loop"van de fleeretuuttak. Wel zat er aan het ondereinde een handvat. Eerst werd een, uit krantepapier gekauwde, prop tot boven in het gat geduwd en daarna een zelfde prop onder het gat. Door de onderste prop naar boven te drukken, werd de bovenste, door de ontstane luchtdruk, uit de "loop"geschoten en ontstond tevens de knal. De onderste prop, die nu boven zat, was de tweede "kogel", enz. Zie foto no. 54 [tussen pag. 416-417]. Reeds lang uitgestorven.
knaptóet (L330p Herten (bij Roermond)),
lange oe
ən knaptoet (L319p Molenbeersel),
Ook oud wijf.
knaptoêt (L318b Tungelroy),
Van fleerehaut waerde knaptóete gemáakt.
knaptóet (L295p Baarlo),
Zon knaptoet was een soort proppenschieter, die de jongens zelf maakten. Het, daarvoor, meest geschikte hout was het fleerentuuthout (hout van de vlierstruik). Deze fleerentuut kon men op diverse plaatsen in het dorp vinden. Met echte "kennersogen"werd een rechte tak, van goede dikte uitgezocht. Deze werd op maat gezaagd en geschild. Daarna werd soms urenlang gepeuterd om het merg uit dat stuk tak te krijgen. De knaptoet was steeds ongeveer 20 cm lang. Daarbij kwam nog het maken van de stamper. Deze stamper werd geschild op dikte, zodanig, dat hij paste in het uitgepeuterde mergkanaal. Hij was iets korter dan de "koker", met onderaan het handvat. Als kogels werd gekauwd "gezèttepëpier"gebruikt. Bovendien werd zon prop gestampt. Daarna een prop in de onderkant. Door het omhoogdrukken van de stamper vloog, door de ontstane luchtdruk, de bovenste prop met een knal weg en zo werd de onderste prop weer de bovenste, enz. Ja en dan was deze zelfgemaakte knaptoet een bezit dat men voor geen geld kwijt wilde. De, hier bedoelde, knaptoet kan nù als een uitgestorven iets worden beschouwd. Zie foto no. 54 [tussen pag. 416-417].
knaptoet (L330p Herten (bij Roermond))
III-3-2
|
|