id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
25009 | miezerig | klein in zijn soort: miezerig (Maastricht), met tussenpozen regenen: miezerig (Buchten), slecht weer, hondenweer: miezərig (Sweikhuizen), slechtgehumeurd (zijn): miezerig (Schimmert, ... ), miĕzerig (Schimmert), miĕzərig (Nieuwenhagen), mĭĕzərig (Nieuwenhagen), mîêzərig (Schinnen), stille regen: miezerig (Buchten, ... ), verveeld: miezerig (Maastricht) III-1-4, III-4-4 |