id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
31768 | ontlaten | de zaag ontspannen: ontlǭtǝ (Tegelen), dooien: ontloͅtə (Martenslinde, ... ), ontluəten (s-Herenelderen, ... ), ontlwoͅten (s-Herenelderen, ... ), onttooate (Lutterade), ’t òntlaetj (Montfort), ontlate. ontloͅtə (Neerharen), uitgloeien: ontlaten (Lanaken) II-11, II-12, III-4-4 |