e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
piet binnenbeer:   pet (Rotem), pit (Ell, ... ), man, manspersoon: cf. WNT s.v. "piet (I)"in uitdr. en verbindingen  piet (Zonhoven), onvruchtbare koe:   pīt (Beverst), penis:   piet (Hoeselt), Gemeen.  piet (Eksel), regenworm:   pi:t (Tessenderlo), piet (Tessenderlo), piət (Halen), slecht gesneden hengst:   pei̯.t (Lummen), pei̯t (Aalst, ... ), pet (Bilzen, ... ), pit (Achel, ... ), pęi̯t (Jeuk), pī.t (Alken, ... ), pīt (Berbroek, ... ), pīǝ.t (Berlingen, ... ), p˙īt (Schulen), spuitstuk:   pieht (Herten (bij Roermond)), tamme kanarie:   piet (Bocholtz, ... ), (= aanroepnaam).  piet (Heel), teellid:   pit (Rummen), tweeslachtige jonge kip:   pit (Meijel) I-11, I-12, I-9, III-1-1, III-2-1, III-2-2, III-3-1, III-4-2