id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
24848 | ruzelen | afvallen van bladeren: De blaar beginne te vallen. De bloome beginne te ruzelen. (Grubbenvorst), de blajer valle (van boom) ruizele (bloemen) (Heythuysen), ruizelen (Neeritter), ruzele (Maastricht, ... ), ruûzele (Altweert, ... ) III-4-3 |