33802 |
schijthak |
achterknie:
sxithak (L244c America, ...
L246p Horst,
L266p Sevenum,
L268p Velden
[(het achterwaarts uitstekende gewricht aan de achterpoten van een paard of rund waarop de drek neerkomt)]
,
L210p Venray),
dikke hakken:
sxithak (L192p Bergen),
šęi̯thak (Q003p Genk),
šīthak (L332p Maasniel),
(mv)
šithakǝ (L325p Horn),
koe met ver uitspringende hielen:
sxīthak (L211p Leunen, ...
L266p Sevenum),
šīthak (L326p Grathem, ...
L426z Holtum,
Q111p Klimmen,
L332p Maasniel,
L383p Melick,
L314p Overpelt),
(mv)
sxē̜thakǝ (Q072a Rapertingen),
sxīthakǝ (L164p Gennep, ...
L165p Heijen),
sxīthakǝn (L269p Blerick),
šīthakǝ (L320a Ell),
šīthakǝr (L321p Neeritter)
I-11, I-9
|
|