19353 |
spinnorrig |
lichtgeraakt, kregel:
cf. WNT IX, kol. 2169 s.v. "norrig". Zie "norsch"(zeer onvrienlijk, een slecht humeur toonenende ....)
spinnörig (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
nors:
vgl. Meerlo-Wanssum Wb. (pag. 270): spinnorrig, korzelig, kregel. Enne spinnorrigen dónder: een kregelig iemand, speciaal een vrouw of meisje.
spinorrig (L217p Meerlo),
stroef:
vgl. Meerlo-Wanssum Wb. (pag. 270): spinnorrig, korzelig, kregel. Enne spinnorrigen dónder: een kregelig iemand, speciaal een vrouw of meisje.
spinorrig (L217p Meerlo),
wrevelig (zijn):
spinorrig (L266p Sevenum),
ps. weet niet precies of invuller dit als één antwoord bedoelt!
spin-norrig (L266p Sevenum)
III-1-4, III-3-1
|
|