id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
17921 | stremmen | knellen: schtrĕmme (Heer), sjtremme (Gronsveld), sjtremmen (Posterholt), sjtrömmə (Grevenbicht/Papenhoven), knellen, gezegd van schoenen: WNT: stremmen, A) Bedr., 1) Stram maken, verstijven... [of < striemen?] stremme (Maastricht), kreukelen: het klieëd stremt (Achel), stelpen van bloed: stremme (Weert), vaste bloedmassa: strømǝ (Mal) II-1, III-1-2, III-1-3 |