id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
22339 | zooien | boomvruchten stelen: na de pluk de rest gaan aafplukken zonder medeweten van de eigenaar zeue (Jeuk), het vat met water verwarmen: zōjǝ (Eisden [(in azijnwater)] , ... ), koken (intr.): zō (Zonhoven), cf. WNT s.v. "zooien (I) - zoeien, zoden zōējə (Rutten), zôên (Tessenderlo), soms zoɛe (Koninksem) II-12, III-2-3, III-3-2 |