e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beringe

Overzicht

Gevonden: 506
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pit, kern van fruit kern: kɛrən (pl) (Beringe) [RND 10] I-7
postbode post: pōst (Beringe) postbode [RND] III-3-1
prijzen (mv.) prijzen: pri:zə (Beringe) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
proberen proberen: perbihre (Beringe), probere (Beringe) proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)] III-1-4
putter putter: pøtər (Beringe) putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
raam glas: glãǝz (Beringe) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
rafel rafel: rieffels (Beringe) Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)] III-1-3
ransuil ransuil: ransy(3)̄l (Beringe) uil: ransuil (36 oorpluimpjes, bijna alleen in mastbossen; broedt in oud kraaienest; roep [oe-oe-oe-oe] [N 09 (1961)] III-4-1
regenworm pier: pēēr̄ (Beringe) regenworm [DC 40 (1965)] III-4-2
rietgans gans: gōͅs (mv) (Beringe) rietgans (± 80 zwarte bek met gele rand; meer in het binnenland; roep lager dan grauwe gans [119a] [N 09 (1961)] III-4-1