e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beringe

Overzicht

Gevonden: 506

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte roodstaart ovenmetselaartje: ōvərmɛtsəlēͅrkə (Beringe), roodstaart: ruətštɛrt (Beringe) zwarte roodstaart (14 rood trilstaartje, man is van voren roetzwart en heeft wittige vleugelvlek; echte gebouwenvogel; broedt daar binnenin; roep driftig [wiet, wiet, tk, tk]; zang hoog vanaf gebouw [bi-bi-kchchchch...bu-bi-bi] [N 09 (1961)] III-4-1
zwemmen zwemmen: zjwummen (Beringe), zjwömən (Beringe) zwemmen [RND] || Zwemmen. [DC 38 (1964)] III-3-2
zwenghout, spoorstok eghaam: ęxhām (Beringe  [(incl de strengen)]  ) Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.] I-2
zwingelbord zwingstapel: žwęŋstāpǝl (Beringe) Een verticaal staande plank met een inkeping waarin een bos vlas- of hennepvezels gelegd wordt die men wil zwingelen. Zie afb. 69. [N 48, 17b] II-7
zwingelen zwingen: žwęŋǝ (Beringe) Met behulp van een zwingelbord en zwingelmes of zwingelmolen de aanhangende kleine houtdeeltjes van vlas- en hennepvezels verwijderen. Zie betreffende zwingelmolen afb. 68. [N 48, 17a] II-7
zwingelmes zwing: žweŋ (Beringe) Brede spaan met aangescherpte kanten en een handvat om vlas mee te zwingelen. Zie ook afb. 69. [N 48, 17c] II-7