e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wortelklomp van een struik post: pǭst (Lommel) [N 27, 9c] I-8
wortels rooien trekken: trękǝ (Lommel) Dennenwortels met een hefboom uit de grond trekken. [N 27, 8c] I-8
worteltje suikerpootjes: sø͂ͅʔərpjøͅyʔəs (Lommel), suikerpoten: søͅyʔərpowətə (Lommel) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] || Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7
wrang wrang: vräŋ (Lommel) wrang III-2-3
wreef wreef: vrǫjf (Lommel), wrijf (Lommel, ... ), wrêif (Lommel) de wreef (het gedeelte waar het voorste van het been in de voet overgaat) [ZND 29 (1938)] || Het hoogste deel van de voorzijde van de voet. [N 60, 36, N 60, 15b] II-10, III-1-1
wreef [wld ii.10, p. 23-24] wreef: vrijf (Lommel, ... ) Het hoogste deel van de voorzijde van de voet? (wreef, wrijf)? [N 60 (1973)] || Hoe noemt u het deel van de laars dat het been boven de voet omsluit? [N 60 (1973)] III-1-3
wrijven ruisen: rəssen (Lommel), WNT: ruischen (III): wrijven.  rəssen (Lommel), wrijven: vreiven (Lommel), wrijven (Lommel) wrijven [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
wringen wringen: wringhen (Lommel) wringen [ZND m] III-1-2
wroeten wroeten: vrȳtǝn (Lommel), wroeten (Lommel, ... ) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || Wroeten: al woelend en zoekend graven in de grond (modden, wroeten, wroetelen, woelen) [N 108 (2001)] I-12, III-1-2
wulp kluter: kly(3)̄tər (Lommel), klyitər (Lommel), Frings, omgesp.  klytər (Lommel) wulp || wulp (55 groot, bruingestreept; met lange kromme snavel; broedt in en rond de hei [N 09 (1961)] III-4-1