e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eind

Overzicht

Gevonden: 1638

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betrekken (lucht) de hemel betrekt: de heemel betréktj (Eind), de hemel trekt toe: de heemel trektj tów (Eind) dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] III-4-4
beuk beuk: buuëk (Eind) beuk III-4-3
bevallen kramen: kraome (Eind) bevallen III-2-2
bevertjes rijertje: mv.  ri-jjerkes (Eind) trilgras III-4-3
bezem bezem: biəsəm (Eind) bezem III-2-1
bezorgd bezorgd: bezörgtj (Eind) bezorgd III-1-4
bier bier: beer (Eind) bier III-2-3
bierpap bierpap: Als men dit eet bij verkoudheid of griep kan men goed transpireren e kappertje beer: een klein glas bier (voor dames met suiker) naaks beer: bier zonder suiker E glaeske beer  beerpap (Eind), slemp: slêmp (Eind) bierpap, slemp || kooksel van melk, meel en vbier III-2-3
biestmelk biest: bēst (Eind) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenkopper krotenkopper: krǫtǝkø̜pǝr (Eind) Schoffelvormig stuk gereedschap gebruikt om loof van bieten af te steken, soms als deze nog in de grond staan, soms ook als ze al gerooid zijn. In de volgende plaatsen wordt opgemerkt dat voor dit afsteken de schup of de spade wordt gebruikt: L 163, 163a, 164, 165, 215, 266, 324, 329, 371a, 383, 416, 429a, Q 14, 94b, 101, 111 en 198b. Als er sprake is van een kapmes is de opgave in het lemma Bietenkapmes ondergebracht. [N 18, 54; monogr.; add. uit N 12, 47] I-5