e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P214p plaats=Montenaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vriend kameraad: kameraote (Montenaken), vriend: vrint (Montenaken) vriend(in) [RND] || vrienden [ZND 44 (1946)] III-3-1
vroegmis eerste mis: d`iejeste mes (Montenaken), di.stə mis (Montenaken) Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vroͅu (Montenaken), vrouwmens: vro.uməns (Montenaken) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouwelijk kalf vaarzenkalf: vɛ̄ǝzǝ[kalf] (Montenaken) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk lam ooitje: ōkǝ (Montenaken), outje: ou̯kǝ (Montenaken) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12
vrouwelijk schaap in het algemeen ou: ou̯ (Montenaken), outje: ou̯kǝ (Montenaken) De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.] I-12
vrouwelijk varken zog: zox (Montenaken) Vrouwelijk varken. Ten aanzien van gelt wordt opgemerkt dat het synoniem is met zeug (L 416), dat het een vrouwelijk, niet gedreven varken is (L 312, 353), dat het een vrouwelijk varken is dat niet dient voor de kweek (L 282, 286, 313, 315, 316, 354, 355, 356) of juist wel voor de kweek is bestemd (K 278). Verder kan het een oud woord zijn voor de zeug (L 354, 355) en kan het op een gesneden, vrouwelijk varken duiden (L 312). Oorspronkelijk duidde gelt op het gecastreerde vrouwelijk varken. In de loop van deze eeuw is men gelt ook gaan gebruiken voor het vrouwelijk varken. [L 20, 4a; L 14, 13; L 3, 2a; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 4, 4c; Wi 9; NE 1, 12; NE 2.I.8; AGV K1; R XII, 46; Gwn 5, 11; N M, 22 add.; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
vrouwelijke duif duivin: dəven (Montenaken), wijfje: wefke (Montenaken), wèfkə (Montenaken) Duif, vrouwelijk. [ZND 39 (1942)] || Wijfjesduif. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
vrouwelijke eend hen: hen (Montenaken) [L 1a-m; JG 1a, 1b; S 18; A 6, add.] I-12
vrouwelijke gans hen: hen (Montenaken) [A 6, 5b; L 1a-m; JG 1a, 1b; S 9; monogr.] I-12