e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
berkenbezem straatborstel: strōͅtboͅsəl (Beverlo) bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)] III-2-1
beroerte attaque (fr.): attak (Beverlo), beslag: beslag (Beverlo), beslaoëg krège (Beverlo), geraaktheid: gerokthet krège (Beverlo) beroerte || een beroerte, een geraaktheid krijgen [ZND 32 (1939)] III-1-2
beschuit beschuit: meschûît (Beverlo), 1a-m  meschuit (Beverlo) beschuit [ZND 21 (1936)] III-2-3
beschuitpap beschuitenmelk: Syst. Frings  bəsxø͂ͅtəmeͅlk (Beverlo), beschuitenpap: Syst. Frings  bəsxø͂ͅtəpap (Beverlo) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besteken besteken: iemand bestèke (Beverlo, ... ), è = père  imant bəstèke (Beverlo, ... ), schenken: sxeŋkə (Beverlo) Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] || schenken [ZND A1 (1940sq)] III-3-1, III-3-2
bestendig weer vast (weer): vast weer.  vàst wēr (Beverlo) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] III-4-4
besvrucht, algemeen beer: beer (Beverlo, ... ) bes I-7
betalen betalen: gə mot geͅld heͅmə um kunə tə bətōͅlə (Beverlo) Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1
beteuterd (een) mond vol tanden: ook materiaal znd 32, 67  nə mooēnd vol taaen (Beverlo), beteuterd: betooterd (Beverlo, ... ), met zijn mond vol tanden: he stoeënd mi zenne moiuend vol taaën (Beverlo), me zenne moond vol taaen (Beverlo), ook materiaal znd 32, 67  mi zeune moeënd vol taaën (Beverlo), ontdaan: he stooend ontdaon (Beverlo), ook materiaal znd 32, 67  ontdaon (Beverlo), verlegen: verlege (Beverlo), ook materiaal znd 32, 67  verlēgə (Beverlo) bekommerd (bezorgd) || beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || bezorgd (zorgvol) || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4
betrappen attraperen (<fr.): attrapeere (Beverlo), pakken: pakke (Beverlo), traperen (<fr.): tttrapeerə (Beverlo) betrappen [ZND 32 (1939)] III-3-1