e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afdingen afbieden: -fbe:jə (Maastricht), afdingen: aofdinge (Maastricht), afpegelen: aofpeigele (Maastricht), afpingelen: aofpingele (Maastricht, ... ), aofpingələ (Maastricht), Opm. spelling Veldeke.  aofpingele (Maastricht), aftrekken: -ftrɛkə (Maastricht), aoftrèkke (Maastricht), pingelen: pin-gələ (Maastricht), pingele (Maastricht, ... ), pingelen (Maastricht), pingələ (Maastricht, ... ), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  pin-gele (Maastricht) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] || marchanderen [ZND 01 (1922)] || proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1
afdrager afdrager: ǭ.f˱drēgǝr (Maastricht), ǭf˱drēgǝr (Maastricht) Arbeider die de vormbakken met daarin de vormelingen van de vormtafel naar de droogplaats brengt. Zie ook het lemma ɛneerslagerɛ. In Q 111 werd het werk van de afdragers meestal door vrouwen gedaan.' [N 98, 97; monogr.] || Arbeider die met de klapstoel werkt. [N 98, 86; monogr.] II-8
afdunnen uitdunnen: ūtdønǝ (Maastricht) Bewerking van de watten voor de schouder, waarbij de dikte van de watten naar de kant toe wordt verminderd. [N 59, 117a] II-7
afgeroomde melk afgeroomde melk: ǭfxǝrø̜i̯mdǝ mē̜lǝk (Maastricht), wei: wē̜i̯ (Maastricht) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afglanzen afglanzen: ǭfglanzǝ (Maastricht) Het wegnemen van de valse glans. Afglanzen is het verwijderen van glans op die plaatsen, welke te droog geperst zijn. Deze glans verwijdert men door het inbrengen van damp door middel van vochtige doeken en hete ijzers. [N 59, 80a; N 59, 81a] II-7
afgunst afgunst: aofguns (Maastricht, ... ), jaloezie (<fr.): jaloezie (Maastricht, ... ), sjaloezie (Maastricht) Afgunst, jaloezie. [N 96D (1989)] III-3-3
afgunstig afgunstig: aofgunstig (Maastricht, ... ), jaloers: sjaloes (Maastricht) Afgunstig. [N 96D (1989)] III-3-3
afhangend gezwel afhangend gezwel: en aofhaangend gezwel (Maastricht), krop: krop (Maastricht), kwabbel: kwabbel (Maastricht) gezwel, Een afhangend ~. [N 84 (1981)] III-1-2
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) polkakopje: e polkaköpke (Maastricht), pony: ponnie (Maastricht, ... ) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1
afhuiden afvillen: ǭfvɛlǝ (Maastricht) Met behulp van een rond mes snijdt men, de hand soepel vanuit de pols bewegend, de huid los van het lijf. In P 108 werden kalveren met een fietspomp opgeblazen, waardoor de huid lichter werd. Zodoende kon men die makkelijker verwijderen. [N 28, 51; monogr.] II-1