e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aftrekken (met de hand) kruiden: krūǝ (Sittard), uittrekken: ūttrɛkǝ (Sittard) Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c] I-5
aftroggelen afzetten: aafzĕtte (Sittard), aafzétte (Sittard), luchsen (du.): vgl. Du. luchsen  lókse (Sittard) listig of met bedrog iets van iemand weten te krijgen [troggelen, aftroggelen, uitschillen, affoefelen, aftruifelen, aftisselen, afstrepen, affutselen, afzetten] [N 89 (1982)] || troggelen (af~) [SGV (1914)] III-3-1
afvallen van bladeren ruzelen: ruzele (Sittard), vallen: de blaar valle van de buim (Sittard) afvallen v bladeren || afvallen van bladeren [DC 48 (1973)] III-4-3
afwas gespoels: gesjpuils (Sittard), spoel: sjpui:l (Sittard), sjpuil (Sittard, ... ), Ich mót de sjpuil noch doon: ik moet nog afwassen  sjpuil (Sittard) afwas || het gezamenlijke vaatwerk, dat op een bepaald moment afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] || vaat || vaatwerk III-2-1
afwasborstel spoelborstel: sjpuilbeusjtel (Sittard) Borstel waarmee potten en pannen gereinigd worden (borstel, schrobbertje) [N 79 (1979)] III-2-1
afwassen afwassen: aawèsje (Sittard), spoelen: sjpuile (Sittard, ... ), telderen spoelen: de hele afwas  teijere sjpuile (Sittard) afwassen || spoelen || telder/ telloor; inventarisatie van gebruik van dit woord of sst. hiermee in ándere betekenis dan \'etensbord\' (gebruikelijk in oost Brabant en Limburg) [N 20 (zj)] || vaatwerk (borden, lepels, messen, pannen, enz.) met behulp van warm water of zeepsop schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
afwasteil, afwasbak afwasbak: aafwesjbak (Sittard, ... ), aafwésjbak (Sittard), afwesjbak (Sittard), aofwesjbak (Sittard), afwasteil: aafwèschtiel (Sittard), omwasbak: omwèschbak (Sittard), spoelbak: schpeulbak (Sittard), schpuilbak (Sittard), sjpuilbak (Sittard, ... ), speulbak (Sittard), spuilbak (Sittard), wasbak: weschbak (Sittard) afwasbak [N 07 (1961)] || bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
afwaswater spoelwater: sjpuilwater (Sittard), waterige soep Dat is gein sop, dat is sjpuilwaater: die soep lijkt wel afwaswater  sjpuilwaater (Sittard) afwaswater || Het water, vermengd met zeep of soda, waarin het vaatwerk afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] III-2-1
afzetten schreften: vgl. Sittard Wb. (pag. 394): sjrefte, lett.: koppen zetten; fig.: iemand laten bloeden; afzetten of te veel laten betalen.  sjréfte (Sittard) meer laten betalen dan een artikel waard is; te duur doen betalen [strepen, aankomen, strafelen, straffen, stropen, stroefen, scholpen, nijpen, afdrogen, overschatten] [N 89 (1982)] III-3-1
agnus dei agnus dei: anjus dei (Sittard) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3