23649 |
te communie gaan |
te communie (<lat.) gaan:
te kemunie gaon (L192a Siebengewald)
|
Tot de communie gaan, ter communie gaan, te communie gaan, communiceren onder de mis [kómmeletseere?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23932 |
te communie gaan op hoge feestdagen |
hoogtijd gaan:
hoogtéj gaon (L192a Siebengewald)
|
op hoge feestdagen te communie gaan (ter hoogtij(d) gaan). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32693 |
te diep ploegen |
laat de gele maar onder zitten:
ló̜t ˲dǝ gę̄lǝ mar õndǝr zetǝ (L192a Siebengewald)
|
Als men, vooral in gebieden met een onvruchtbare ondergrond, dieper dan de bouwvoor ploegt, haalt men zand of leem naar boven die door een andere kleur en doordat hij niet bemest werd, als vreemd wordt opgevat. Daarvoor kent men vaak beeldende uitdrukkingen. [N 11, 46; N 11A, 112]
I-1
|
24004 |
ten doop houden |
doop houden:
deup haalde (L192a Siebengewald)
|
Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23638 |
ten offer gaan |
de offergang maken:
den offergang make (L192a Siebengewald)
|
De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24055 |
ten volle bediend zijn |
vol bediend zijn:
vol bediend (L192a Siebengewald)
|
Ten volle bediend zijn, d.w.z. gebiecht, de H. Communie en het H. Oliesel ontvangen hebben. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17632 |
tepel |
tiet:
tiet (L192a Siebengewald)
|
Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)]
III-1-1
|
20477 |
ter begrafenis gaan |
naar de begrafenis gaan:
nar de begreffenis gaan (L192a Siebengewald)
|
ter begrafenis gaan [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24069 |
teraardebestelling |
laten zakken:
laate zakke (L192a Siebengewald)
|
De teraardebestelling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23726 |
tientje van de rozenkrans |
tientje:
tientje (L192a Siebengewald)
|
Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|