e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zolder zolder: zøldər (Rimburg) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zomen zomen: zø̄mǝ (Rimburg) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zonde zonde: zung (Rimburg) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zung (Rimburg) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zoom zoom: zōm (Rimburg) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon zoon: zoon (Rimburg), zôn (Rimburg) zoon [SGV (1914)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] III-2-2
zout zout: zōt (Rimburg) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuchten zuchten: zuchte (Rimburg) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen zuigen: zoege (Rimburg) zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zure haring haring: hèrring (Rimburg) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3