e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
banden pezen: pē̜zǝ (Rekem) Een duidelijk zichtbare spierbundel even boven het begin van de staart aan weerskanten van het staartbeen, die zich ontspant wanneer de koe moet kalven. [N 3A, 111a] I-11
bandschort met borststuk scholk: šoͅlək (Rekem) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bang bang: baŋ (Rekem), bangelijk: baeŋkələk (Rekem) bang [ZND m] III-1-4
bangerik bangeschijterd: baŋə šitərt (Rekem) Bloodaard, bangerik, enz. [ZND 05 (1924)] III-1-4
barensweeën ween: wēēje (Rekem) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 115 (2003)] III-2-2
barmsijs berpje: IPA, omgesp.  bɛrəpkə (Rekem) sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barrevoets barrevoets: baerəvo:ts (Rekem), baerəvōts (Rekem, ... ), barvoets: barvoets (Rekem) barrevoets [ZND 01 (1922)], [ZND 19 (1936)], [ZND m] III-1-3
baviaan baviaan: baviaan (Rekem) Baviaan. [Willems (1885)] III-3-2
beddenbak, ressortbak bedstad: bɛtstāt (Rekem), bɛtstɛ̄i̯ (Rekem) Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] III-2-1
beddenhemel hemel: eeməl (Rekem) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1