e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

Gevonden: 2266
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladrozet van de paardebloem stob: stoeb (Arcen), stobbe: voor konijnen  stoebe (Arcen) paardebloem || paardebloem, bladrozet van [SGV (1914)] III-4-3
blaffen blaffen: blaffe (Arcen) blaffen [SGV (1914)] III-2-1
blaker blaker: bloakər (Arcen) Lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat (blaker, lichtpannetje, flakkertje) [N 79 (1979)] III-2-1
blauw oog blauw oog: blaauw ōēg (Arcen), blond oog: bloond ōēg (Arcen) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauwe bosbes bosbeer: bosbêr (Arcen), walber: wālbèr (Arcen) bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Arcen) reiger [SGV (1914)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg bromvlieg: bromvlieg (Arcen), brŏmvleeg (Arcen), madenschijter: maaie-scheeter (Arcen) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] III-4-2
bleek bleek: blieèk (Arcen) bleek [SGV (1914)] III-1-2
bleke steen bleke tegelsteen: bliǝkǝ tixǝlstiǝn (Arcen) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blij blij: blie (Arcen) blij [SGV (1914)] III-1-4