e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q187a plaats=Heugem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuurvaste stenen chamottebrikken: šǝmǫt˱brekǝ (Heugem) Stenen die bestand zijn tegen vuur. Zij worden onder meer gebruikt bij de bouw van ovens. Het woorddeel chamotte- in de woordtypen chamottestenen en chamottebrikken verwijst naar het mengsel van fijngemalen scherven dat bij dit soort stenen aan de klei wordt toegevoegd. [N 30, 54b; N 98, 160 add.] II-8
waaienx waaien: wèje (Heugem) waaien [N 22 (1963)] III-4-4
waaks waaks: Endepols  waaks (Heugem) Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)] III-2-1
waarschuwen kijven: kijve (Heugem) het geluid dat vogels maken wanneer men te dicht bij hun nest komt (kijven) [N 83 (1981)] III-4-1
waden baden: baoje (Heugem) waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
wafel wafel: waffel (Heugem) Wafel [N 16 (1962)] III-2-3
waggelen sjachelen: schègele (Heugem) lopen: onvast, wankelend lopen [stroemele, striemele, strampele] [N 10 (1961)] III-1-2
wandluis wandluis: wandlōēs (Heugem) wandluis, weegluis, het platte bloedzuigende insect dat zich overdag schuilhoudt in naden en spleten van houten vloeren enz. [wanlöws, platte pose, bertelemees] [N 26 (1964)] III-4-2
want haas: hēsse (Heugem), want: wante (Heugem, ... ) wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)] III-1-3
wasdraad spindel: spindel (Heugem) De in was gedrenkte draad, gebruikt om kaarsen aan te steken [spintlicht?]. [N 96B (1989)] III-3-3